Boekkunst 7 - Diverse tips voor boekkunst

Voor dit knutselwerkje geldt © Copyright www.knutselidee.nl

In dit deel nog wat extra tips die tijdens (of na) het vouwen van het boek van belang kunnen zijn.
Na de 6 delen kunnen we nu eigenlijk ieder patroon gaan vouwen. Als je maar een goed boek hebt waar genoeg bladen in zitten om je patroon in over te nemen.
Hieronder dus nog een aantal tips die je kunnen helpen om je vouwwerkjes, je boekkunsten, steeds beter en mooier te maken.

Hou in je patroon bij wat je gevouwen hebt.
Als je bijvoorbeeld twee vouwen op één gemarkeerd deel hebt merk dit dan aan. Bijvoorbeeld met een flinke dot of extra streepje. Als je later het patroon dan nog een keer moet maken kun je het op dezelfde manier doen. Ook is het handig als je boek klaar is en ergens klopt iets niet dat je dan kunt kijken wat je fout gedaan hebt. Daar kan je van leren hoe je volgende boeken beter maakt. En je kunt dan besluiten om het de volgende keer anders te doen en bladzijden bij te vouwen of juist sommige weg te laten om het model in het boek weer in proportie te krijgen.

Vouw het patroon eens in het negatief. Het hartje uit deel 2 zie je dan niet naar buiten springen maar juist naar binnen. Het effect ziet er dan heel anders uit maar wel heel erg leuk!

Negatief vouwen is niet zo heel moeilijk.
Bij negatief vouwen moet je het patroon dus andersom bekijken. Bijvoorbeeld het hartje is donker gekleurd als patroon voor gewoon vouwen maar nu moet je het witte deel bekijken als het patroon.
Dat betekend dat een blaadje (bij het patroon van het hartje) maar 1 vouw krijgt. Het patroon start namelijk aan de buitenkant dus daar komt geen vouw en dan bij het hartje (boven) komt de eerste vouw. Het tweede blad krijgt dan een vouw aan de onderkant van het hartje en aan de andere kant geen vouw doordat je bij de rand bent.
Zie ook de tekening hieronder:

Heb je een patroon dat bestaat uit meerdere vellen dan begin je met het laatste deel. Je werkt van achter naar voren. Het volgende deel plak je op precies dezelfde plek als het eerder geplakte deel als je klaar bent met alle vouwen van dat deel. Hierbij kun je het patroondeel het beste precies over het vorige deel plakken. Dus niet eerst de oude verwijderen en dan de nieuwe opplakken! Dit omdat je anders makkelijk kunt verschuiven ten opzichte van de liniaal. En dat is niet de bedoeling want een iets verschoven patroon geeft een minder mooi figuur in je boek.

Let er dan ook op dat als je een nieuw patroondeel begint, het einde van het ene deel precies hetzelfde is als het begin van het volgende deel. Ze printen namelijk precies dezelfde plek, dus als je tot het einde doorgevouwen hebt dan kun je de eerste plek op het vervolg overslaan.

Heb je een boek met een zachte kaft maar wil je die wel graag gebruiken in verband met het aantal bladen dan kun je de voor- en achterkant beplakken met een stevig stuk karton waardoor het geheel toch stevigheid krijgt. Dit is vooral met kleinere pocketboekjes erg handig. Ook verberg je hiermee de vaak lelijke voor- en achterkant van dit soort boekjes en wordt deze mooi neutraal.
Deze voor- en achterkant kun je dan eventueel ook versieren of beschrijven. Dit kan bijvoorbeeld leuk zijn als het een cadeau is voor bijvoorbeeld een bruiloft of een jubileum.

Je boek is klaar maar het rekt teveel uit en dat is net niet mooi voor het patroon! Dan kun je proberen het meer in elkaar te drukken, maar ook een oplossing is om er een lintje omheen te doen.
Dat kan je aanpassen aan je boek of je patroon en met een strikje doen of gewoon geknoopt.
Op het voorbeeld zie je een poes die teveel uitgerekt werd en met een lintje is ingedrukt.

Je resultaat is toch niet helemaal wat het wezen moet. Het is gewoon te breed. Dan kun je altijd nog enkele bladen weer verwijderen. Je scheurt gewoon een heel blad eruit waar je ziet dat er teveel zit. Dit doe je op alle plekken waar je dat vindt en dan wordt het vanzelf een dunner patroon.
Let op: je kunt er nooit meer een blad bijmaken, dus kijk uit wat je wegscheurt.
Is het eindresultaat te dun en moet er echt meer bij dan zit er niets anders op dan opnieuw beginnen met een dikker boek en zorgen dat je meer vouwpunten krijgt.

Heb je veel lange vouwen in het boek die teruggevouwen zijn dan kan het zijn dat het boek aan de binnenkant veel te strak wordt waardoor het heel erg open gaat staan. Als een lintje niet past of leuk is dan kun je ook de teruggevouwen delen eruit scheuren. Het is misschien iets minder 'netjes' maar je ziet het niet en kan wel veel schelen in de strakheid van je boek.

Je kan ook kaften.
Is de buitenkant van je kunstwerk nu niet mooi dan kun je het boek altijd nog kaften. Gebruik een mooie soort papier en een kleur die goed bij je interieur of het patroon past. Werk het kaften zo strak mogelijk af zodat het kaftwerk mooi strak eruit ziet Je kan er meteen rekening mee houden dat het boek toch altijd een beetje open staat zodat de randen mooi tegen de stevige kaft komen zowel aan de voor- als de achterkant.

Als er meer bladzijden zijn dan vouwdelen in je patroon dan houd je bladen over. Wat je daarmee doet lees je in Boekkunst deel 8 - Verwerk de bladen die over zijn.

Foto ingezonden van een kerststal. (Patroon op pagina 9)

Hier zie je een manier om meerdere boeken aan elkaar vast te maken. Altijd handig als je niet een boek kan vinden met genoeg bladen erin. Dit is de kerststal van de foto hierboven.